- de voeten?
- het contact van je lichaam met waar je op zit of ligt?
- de handen?
- het ademen?
- het lichaam als geheel?
- geluiden?
- visuele dingen?
- een combinatie?
Spreken, kiezen en spurtjes: pit in het mediteren
Spreek
Nu de geluiden!
Het zonlicht door die bladeren…
Mijn blaas zit vol.
Mijn hoofd is druk.
Kiezen
Nu opstaan, een beetje stappen en lijf voelen.
Spurtjes
Tot aan die paal ga ik letten op mijn benen.
En nu, tot aan die boom ginder, breed kijken.
heel stilletjes
het heel stilletjes maken.
Is het er?Waar?Wat doet het?
Ja.Daar is het.Spannend.Zo’n levend wezen.Een heel eigen wezentje.
het ademen én het andere
heel stilletjes speur ik naar sporen van het ademen dat zich in en aan mijn lijf ontwikkelt.(en daarbij meer of minder ook andere sporen van lijfelijk leven, zoals gewicht of compactheid of het kloppen van hart.)
het ene, én het andere.
Mediteren is een woord
Het gaat om wachten en waken, niet om grijpen en begrijpen.Ton Lathouwers
Mediteren is mixen
Het Z-woord
Zeno
-
Zeno is een bange hond. Dat is een kwetsbaarheid eigen aan dit ras. Hij heeft er meer van dan Jul.
-
Een hond met een angst-kwetsbaarheid in een situatie brengen – steeds opnieuw – waar hij (aan de lijn dan nog wel, zodat hij zelf niet weg kan) vlakbij andere honden en mensen moet zijn, dat is zijn kwetsbaarheid – steeds opnieuw – belasten. Met behulp van eten (Italiaanse waterhonden eten héél graag) kan je hem – een tijdje – afleiden van die angst maar ondertussen blijf je hem blootstellen aan zijn kwetsbaarheid. Tot de emmer vol is.
-
‘De angst afleren?’ Neenee, het is een angstige hond. Versterk de connectie met Zeno. Zorg ervoor dat hij zich meer verbonden voelt met jullie. In die connectie gaat Zeno een veiligheid ervaren en die kan een tegenwicht gaan vormen voor zijn angst-kwetsbaarheid. In de verbondenheid met jullie wordt hij minder rauw blootgesteld aan alle prikkels die hem potentieel alarmeren. Bescherm hem tegen en in situaties die zijn bedreigingssysteem activeren.
Veld van kwetsbaarheid en zorg
‘dat zijn we gaan doen’
-
‘een nieuwe Jul’
-
‘de angst gaat overgaan’
-
‘agility-kampioen’
fragiel-weten versus robuust-weten
Weten en toch niet, kunnen en toch niet, iets zijn en toch niet
Ik weet niet hoe we er op uitkwamen in het gesprek, het heeft me verrast, hij zei iets en ik herkende het of ik dacht het te herkennen:
dat je kennis en ervaring en vaardigheden hebt – je kan gitaar spelen of je bent psycholoog – en tegelijkertijd kan je er niet bij en het voelt jou vreemd aan…
… terwijl je dadelijk gaat musiceren met anderen. Of een gesprek aangaat met iemand die worstelt met het leven.
Een voorbeeld: binnenkort geef ik een workshop over narratieve therapie, ik heb dat al veel gedaan, met mooie feedback achteraf. Desalniettemin heb ik nu 0,0 voeling met wat tijdens zo’n workshop speelt aan knowhow, aan vaardigheden, aan manieren van omgaan met deelnemers, aan begeestering.
0,0.
Ander voorbeeld: ik ga een half uurtje mediteren. (Je moet weten: ik ben 30 jaar geleden begonnen met mediteren, en ik geef er bijna 20 jaar les in.) Toch: nú weet ik niet wat mediteren is, ik heb geen voeling met wat er dan gebeurt en met wat ik dan doe.
Bijgevolg vraag ik me af: hoe moet dat, dat mediteren? Les geven? Hoe doet een mens dat? Ga ik dat kunnen?
Het antwoord: ik weet het niet, ik hoop het.
(Heeft zoiets een naam?)
Zen mind, beginners’ mind
Aan dat niet-weten kleeft iets kwetsbaar. Het leven zou robuuster aanvoelen als je een bewustzijn van je weten en kunnen met je mee zou kunnen dragen. Je identiteit zou steviger aanvoelen.
Toen mijn gesprekspartner begon over zijn eigen vormen van fragiel-weten – dat is de naam! – drukte hij uit dat hij dit ervaarde als iets on-oké, dat het iets negatief zei over hem. Dat riep overweldigend een impuls bij me op om hier tegenin te gaan, om hem te bevestigen in zijn waarde. Niet uit medelijden of om snel-snel het ego-bloeden te stelpen. Nee, het idee floepte er bij me uit – met de pretentie van een diep overdachte gedachtegang – dat zijn fragiel-weten net goed past bij de diepgang die hem eigen is. Dat anderen daar jaren voor moeten mediteren, om tot die fragiele positie te komen. Om dat aan te durven.
Dat het een voorbeeld was van ‘zen mind, beginners’ mind’ en ‘In the beginner’s mind there are many possibilities, but in the expert’s there are few.’ (Dat komt uit een boek van een Japanse zenmeester)
Dat hij de werkelijkheid benadert met een beginners’ mind ipv een ‘ik ben A en ik kan B en ik weet C’ mind.
Dat ik zijn benadering van het leven open en onderzoekend vind, en dat die al kostbare dingen in zijn leven gebracht heeft (en dat van de mensen rondom hem).
Ik waardeer het als mensen een open, verkennende positie innemen ondanks alle kennis, ervaring en vaardigheden die ze verworven hebben.
Bv psycholoog zijn en dat proberen uitoefenen vanuit de vraag ‘maar wat betekent dat eigenlijk?’ en ‘wat betekent dat in deze situatie?’ en ‘kan ik met heel dat psychologengedoe hier wel iets betekenen?’
(Voorlopige conclusie: een fragiel besef van je vaardigheden/kennis kan samenhangen met een open ingesteldheid tov de wereld én dat is een kostbare positie)
De sterren
In de eerste jaren van mijn psycholoog-zijn droeg ik een robuuster soort overtuiging met me mee over wat ik zoal te bieden had als psycholoog. Mijn besef van de fragiliteit van wat ik te bieden heb is toegenomen in de loop der jaren.
Die evolutie van robuustheid naar fragiliteit is is het gevolg van confrontaties met de grote rol die context speelt.
Denk aan een therapeutisch gesprek en ‘het komt niet’. [Het = de juiste vraag, de heldere formulering, de goeie tip, …] Het komt niet omdat de context [= tijdstip / lichaam / emoties / plek / energie / ervaringen van eerder die dag / verwachtingen / en nog vele-vele andere factoren] het niet faciliteert.
Context – intern en extern – speelt (een grote rol).
(Eigenlijk ervaar ik die zogezegde vaardigheden en kennis ook als externe context, extern aan mijn actuele ervaring)
Als je X keer ervaren hebt hoe context stokken in de wielen van jouw potentieel steekt, krijg je een minder robuuste ervaring van die kennis en vaardigheden en van jezelf.
En als alles fantastisch liep? Dan was de workshop of de meditatie of het contact of het gitaar spelen heerlijk en jij was in goede vorm maar je weet ook dat de sterren gunstig stonden.
(Zó primitief was dat dus nog niet als mensen vroeger een kip of een geit offerden om de goden gunstig te stemmen. Zíj begrepen tenminste de rol van context.)
Aarzelend vertrouwen
Nog iets: als je met anderen te maken hebt, andere mensen, andere levens, dan weet je niet.
Je weet niet wie die ander is (zelfs al denk je dat je hem kent).
Je weet niet wat ze gaan doen.
Hoe ze gaat zijn.
Als je je wil betrekken op die anderen – bv om samen met hen muziek te maken (waar je vaardigheden in hebt, ergens) of om een goed gesprek te hebben (waar je vaardigheden in hebt, ergens) of om te dansen – dan ga je moeten aansluiten en je afstemmen, en het is de vraag of en hoe dat aansluiten en afstemmen gaat verlopen en hoe vaardigheden getriggerd gaan worden. Wat gaat dat geven?
Dat is onzeker terrein.
Met de mond vol tanden staan tegenover dat waar je niet op voorbereid was: dat maakt je vertrouwen op die vaardigheden en kennis van jou aarzelender, voorzichtiger.
(Ego)
(Ik moet denken aan een interview – jaren geleden – met een Nederlandse boeddhistische vrouw die een prijs gewonnen had voor bepaalde verdiensten. Ik herinner het me waarschijnlijk verkeerd maar ik dénk dat de interviewer haar vroeg of ze daar blij mee was. Ja, daar was ze blij mee. Hoe zat het dan met ego, is dat niet iets dat dan opspeelt als je zo’n prijs in ontvangst neemt? Mag je daar wel blij mee zijn als boeddhist? Moet je niet onthecht zijn? Dat vond ze niet. Ze was blij én/maar tegelijkertijd besefte ze hoe belangrijk rol van anderen geweest was in haar levensweg. Ze vertelde bv over de bijdrage van een oud-leerkracht in haar leven. Ze vergeleek de prijs met een ingelijst certificaat: aan welke nagel ga je die lijst hangen? Aan de ‘ik-nagel’? Hoe kan je dat doen als je beseft hoeveel factoren (oa mensen) een rol gespeeld hebben in al datgene dat tot het eerbetoon geleid heeft? Wie of wat is dan die ‘ik’ waar je de lijst aan gaat ophangen?
Ja, ze was héél blij en dankbaar met de prijs. Maar ze vond geen ik-nagel om die stevig aan op te hangen.
Ze maakte nog een vergelijking met zeepbellen: je blaast zeepbellen, ze zijn prachtig, het is heerlijk om te doen én je maakt je geen illusie over de robuustheid ervan.))
(Mijn kennis, mijn vaardigheden, ik?)
De prijs
Beginners’ mind.
Voor die open benadering (van meditatie, van je werk als psycholoog, van muziek, van anderen, van jezelf, van wat dan ook) betaal je een prijs: weg is het robuuste gevoel van je kunnen en je weten en zelfs weg is een robuuste ervaring van jezelf, van je identiteit.
In de plaats ervan: soms iets moois, soms niet.
Soms iets pijnlijk kwetsbaar, soms iets dankbaar.
Gevoelens die ook samenhangen met niet-meer-zo-stevig-weten: onzekerheid, angst en op de koop toe een slecht gevoel over wie je misschien maar bent.
Niet fijn.
Tips (voor mezelf)
“There is a teaching that says that behind all hardening and tightening and rigidity of the heart, there’s always fear. But if you touch fear, behind fear there is a soft spot. And if you touch that soft spot, you find the vast blue sky. You find that which is ineffable, ungraspable, and unbiased, that which can support and awaken us at any time.”
Pema Chödrön (boeddhistische non)
Mooi. Sfeervol. Romantisch.
Maar onzekerheid en angst voelen niet mooi en sfeervol aan. Eerder als sterven (denk ik).
Het leven – ook als je openheid waardeert – is ook een praktische aangelegenheid en dus stel ik de vraag:
Hoe ga je om met de onzekerheid die je bekruipt wanneer je weinig voeling hebt met je kennis en vaardigheden, of wanneer je vooral voeling hebt met het ongewisse van de situatie waar je je gaat in begeven?
Dit zijn enkele van de dingen die ik doe, ik schrijf ze op alsof ik mezelf tips geef:
- Accepteer de onzekerheid die je voelt: ze is terecht.
- Spreek uit wat je hoopt of verlangt: bv ‘ik zou graag enkele mensen bereiken met het idee dat ik koester dat …’ of ‘ik hoop dat ik iets kan betekenen voor hem’ of ‘ik ga proberen om enkele momenten aanwezig te zijn, dat zou mooi zijn’.
- Schrijf met een dagboekachtige eerlijkheid je ervaring neer (inbegrepen de onzekerheden die je ervaart, inbegrepen wat je vreest of waar je je over schaamt).
- Beweeg.
- Blijf zoeken wat een goed proces is om hiermee om te gaan.
Conclusies
Herken je dit?
Gevoelens van onzekerheid die zich niet laten verjagen met de jaren en die overleven naast al je ervaring en competenties.
Die recht van bestaan hebben.
Die een andere kant zijn van een open en kwetsbare positie die je inneemt tegenover de ander en het andere.
Een soft spot.
Die werkbaar kan zijn.
Als je dit herkent, hoe ga jij ermee om?
Vriendelijke groeten,
Johan Van de Putte
Mediteren: maak het werkbaar
Mediteren, in de zin van oefenen om
met opzet een open aandacht op te brengen voor een bepaald type ervaringen in het huidige ogenblik,
is niet ingewikkeld maar ook niet makkelijk.
Dat ervaar je zo gauw je ermee begint.
Als je het wil doen, en er zijn hele goede redenen om dat te willen, maak het dan werkbaar voor jou.
Werk eraan, werk ermee, en werk er oa aan om het werkbaar te maken voor jou.
Er zijn steeds basisinstructies, zoals bv bij de Body Scan:
- Breng je aandacht bij de lichamelijke gewaarwordingen (bv in je linkerdijbeen),
- Probeer de aandacht voor die gewaarwordingen even aan te houden zodat je opmerkt wat er daar zoal gebeurt en voelbaar is,
- Wanneer je door hebt dat je aandacht blijkbaar weggeweest is, benoem dit in gedachten als ‘denken’ en breng de aandacht vervolgens rustig terug naar de gewaarwordingen (en doe dat steeds opnieuw).
Hou je hier aan.
Ook aan de tijd die je voorzien had om te mediteren.
Ook als het (te) moeilijk is.
Maar doe ook alles om de basisinstructies werkbaar te maken, zoals
- Beweeg je lichaam.
- Raak het linkerdijbeen aan.
- Benoem het (‘dijbeen’), in je hoofd of luidop.
- Stel jezelf een vraag: ‘wat voel ik in …?’
- Moedig jezelf aan: ‘Yes! Now we are talking!’ of ‘Ahaa!’
En experimenteer, experimenteer, experimenteer.
Nog iets om het werkbaar te maken:
Besef:
Mediteren is geen glad proces.
Mediteren verloopt in stukjes en beetjes. Aan en af. Start. Stop. Afwijking. Probleem. Er iets mee proberen doen. Staccato. Rommelig.
Je bent er een momentje bij. Je aandacht is ver weg. Terug. Je voelt ontevredenheid, frustratie. Je probeert er terug bij te geraken, bij die gewaarwordingen. Je voelt ze een beetje. Je voelt ze nog steeds maar je hoort ook de honden blaffen en je vraagt je af of er iemand aan de deur gebeld heeft. Het stopt. Oh ja, een uitademing. Voelt lekker. En dan die inademingsgewaarwordingen die erop volgen. Fijn. Je schouders beginnen wat vervelend aan te voelen. Je besluit om je armen even uit te rekken, dat doet deugd. Terug meer aandacht voor de ademhalingsgewaarwordingen. Kan ik er nog dichter bij komen? Even proberen. …
Denk niet aan een idyllisch landschap.
Denk niet aan een onverstoorbaar zittende Boeddha.
Denk aan een drukke kleuter.
Nee, denk aan een klas volle drukke kleuters. En jij bent de juf.
Nee, jij bent de klas drukke kleuters, én je bent de juf.
Je probeert het werkbaar te maken.
Johan Van de Putte
Mediteren op ambetante gevoelens
Dag X,
Ik weet dat je het nu moeilijk hebt in je leven. Toestanden die een mens niet even 1 2 3 kan oplossen.
Je vroeg me wat ik zou doen in jouw plaats.
Wil je dat echt weten?
Eigenlijk weet ik dat niet want dat weet je nooit.
Maar de kans is reëel dat ik een Pemaatje zou doen.
Da’s de naam die geef aan iets dat ik aanvoel als 1 ding maar als ik het moet uitleggen dan zijn het verschillende dingskes die samenhangen: een tros van ideeën en gevoelsdingen en praktijken.
Het is een van mijn favoriete manieren van doen bij shit die ik niet kan oplossen.
(‘Pemaatje’ omdat ik het link met Pema Chödrön, een boeddhistische non)
Het komt hier op neer:
Ik probeer te mediteren op de ambetante gevoelens die spelen.
Ik zoom in op die gevoelens/gewaarwordingen, ik stel me er aan bloot, ik laat ze doen en spelen in hun ups en downs, ik duik erin en zwem erin, ik laat ze me (pijnlijk) masseren en karnen en sudderen, ik laat ze me vullen, ik geef het streven op om me beter te voelen of om ‘het’ op te lossen. De pijnlijke gevoelens lossen mij op. Ze bijten en ik bijt niet terug.
Even. Nog eens even. En nog eens even. Vele eventjes.
De meditatie-technische dingetjes waar ik mijn toevlucht toe neem, als ik die expliciet op een rijtje zet, dan krijgen we dit:
- Ik steek zo weinig mogelijk energie in denken over mogelijke oplossingen.
- Ik steek zo veel mogelijk energie in voelen en ervaren.
- Ik vraag me af:
- wat gebeurt er nu in mezelf, in mijn lijf, in mijn beleving dat een pijnlijk reageren is op de toestanden die ik anders wil?
- hoe voelt dit nu aan, eerlijk?
- waar voel ik dat zoal?
- Ik stel me de ambetante gevoelens voor als een soort levensenergie die zich manifesteert, waar niks verkeerd mee is – hoe oncomfortabel het ook is – en ik probeer me er op af te stemmen.
Wat gebeurt er wanneer je dit ongemakkelijke gevoel niet voedt met de intriges en verwikkelingen van je eigen verhaal? Wat gebeurt er wanneer je bij deze voortdurend veranderende, vloeiende universele energie blijft? En wat gebeurt er wanneer je jezelf onderbreekt en de natuurlijke beweging van het leven aanvaardt?
Pema Chödrön
- Ik volg de ademhalingsgewaarwordingen als hulpmiddel: dat is een een bewegend lijfelijk ervaarbaar doelwit en terwijl ik de ademhalingsgewaarwordingen voel, ervaar ik tegelijkertijd de andere – onaangename – gewaarwordingen/emoties die op dat moment spelen.
- Ik volg wat meer de uitademing dan de inademing. Zo geef ik mezelf steeds opnieuw een pauze: een beetje minder intens voelen, en dan weer een beetje intenser, een beetje minder aandacht en dan weer wat meer.
- Ik voel het uitademen een beetje aan als een loslaten, als een duiken, een me laten zakken in iets. In dat wat op dat moment speelt (aan onprettige ervaringen).
Tijdens de uitademing ontspan je. Je laat los, opent je en geeft de hele situatie meer lucht. Maar erg lang kun je hier niet van genieten, omdat je bij de volgende inademing de pijn weer toelaat. Ook daar word je niet door bevangen. Je verdrinkt er niet in, omdat je vervolgens weer uitademt, jezelf opent, ontspant en een zekere mate van ruimte ervaart.
Pema Chödrön
- Ik denk soms dat ik – door dit te doen – mijn brein op dat moment de boodschap geef: ‘dit is onaangenaam maar je moet niet bang zijn, het is niet gevaarlijk. Dit mag er gewoon even zijn.’
- Ik denk soms: ‘Ook dit is leven. Dit. Dit wat er nu gebeurt. Dit hoort bij leven.’
- Ik denk soms: ‘Wat ik nu ervaar, er zijn nog mensen die iets dergelijks nu aan het ervaren zijn.’ En dat troost een beetje. Ik ga niet zo ver als Pema Chödrön die dan visualiseert dat ze het lijden van al die mensen inademt en iets heilzaam of fijn uitademt naar hen. Dat zegt me niks. Dat is me teveel hocus-pocus of een beter mens proberen te worden en daar geloof ik niet in.
- Ik doe dit niet te lang aan een stuk. Maar wel af en toe, als ik er aan denk, als de onaangename ervaringen mijn aandacht trekken.
- Ik herinner me eraan dat het geen wedstrijd is in aandachtigheid: wanneer ik afgeleid geraakt ben, zeg ik in mezelf ‘denken’ – en ik zeg dat vriendelijk – en ik start gewoon opnieuw. Ik denk erbij dat enkele momenten van zo’n aandacht al heel mooi zijn.
- Wanneer pijnlijke gedachten de kop opsteken, dan probeer ik er niet op door te gaan. In de plaats daarvan duik ik in de nare gevoelens/gewaarwordingen die samengaan met de pijnlijke gedachten.
Je zult je emoties moeten doorleven. Je zult ze tijdens de meditatie zelf toe moeten laten en erbij moeten blijven, zodat je kunt gaan beseffen hoe ze je in de weg zitten. Emoties zijn als de vloeibare, dynamische, levendige eigenschappen van water, maar wij bevriezen onze emoties door ze weg te duwen of we laten ze escaleren.
Pema Chödrön
- Ik meng de onaangename ervaring soms met iets klein fijn: bv me even rekken, of even ontspannen. Het fijne dient niet om het onfijne weg te werken. Het is me te doen om iets vriendelijks in mijn systeem in te brengen.
Wat een hoop puntjes als ik het op een rijtje probeer te zetten!
Dat is dus een Pemaatje-doen.
Het lost niks op.
En toch is het me dierbaar. De alternatieven die ik geprobeerd heb, bleken meer nadelen te hebben.
Mijn favoriete dealing-with-shit benadering.
Misschien zou ik dat doen in jouw plaats.
Laat je me weten wat jij doet?
Groetjes,
Johan